Een slang gebruikt ook zijn ogen bij zintuiglijke waarneming. Ze kunnen echter niet heel goed zien. Ze hebben namelijk geen irisspier of een retractorspier. Ze kunnen niet verder dan een paar meter kijken waardoor ze stilstaande objecten niet kunnen onderscheiden, bewegende objecten daarentegen wel. Het zicht van een slang wordt vooral gebruikt om andere slangen en bedreigingen te zien en een beetje om de prooi te kunnen volgen. Boa's jagen alleen 's nachts en hebben relatief grote ogen met een verticale pupil waardoor ze 's nachts nog wel redelijk kunnen zien. Ook leven ze in bomen waardoor hun zicht verder is ontwikkeld en ze dus verder kunnen zien dan andere slangen. Slangen bewegen hun lens naar voren en naar achteren om scherp te kunnen stellen. Ze hebben geen oogleden waardoor hun ogen altijd open zijn. Het oog vervelt ook mee waardoor ze ongeveer een week voor de vervelling niet heel geweldig kunnen zien. Maar dus, hoeveel kunnen boa's nou zien? Het komt erop neer dat ze je bewegingen waar kunnen nemen en ze kunnen 's nachts nog redelijk goed zien. Maar verder dan 10 meter kunnen ze eigenlijk niks echt waarnemen. 

 

Lijstje met lastige woordjes:

Irisspier: Deze zorgt voor dilatatie van de pupil.

Retractorspier: Deze helpt bij het scherpstellen van het zicht door middel van de pupil vergroten en verkleinen.